Menu
  • Incl.Excl.
    BTW
  • 0
    Sluiten

    Categorieën

    Filters
      Donderdag 20 September 2021

      Hoe installeer ik een Humminbird HDR 650 dieptemeter

      Humminbird heeft een zeer goede reputatie opgebouwd door de producten met precisie te ontwerpen en fabriceren tot een eindresultaat met topkwaliteit. Uw Humminbird dieptemeter is ontworpen voor probleemloos gebruik, zelfs tijdens buitengewoon gure weersomstandigheden op het water.

      Mocht er onverhoopt toch sprake zijn van een storing en het blijkt dat een reparatie nodig is, dan bieden wij u een garantieperiode van twee jaar na de aankoop, geldig vanaf de datum vermeld op de aankoopnota. Wij adviseren u deze handleiding, waarin de hieronder vermelde modellen beschreven staan, goed door te nemen zodat u alle mogelijkheden op het apparaat leert (ver)kennen en toepassen. Deze handleiding is geschikt voor de volgende Humminbird units:

      Humminbird HDR 650

      Dit apparaat niet gebruiken als navigatie(hulp)middel om aanvaringen, aan de grond lopen, bootschade of persoonlijke ongelukken te voorkomen. Tijdens het varen, kunnen de verschillen in vaardiepte abrupt wijzigen, zodat u onvoldoende tijd heeft om doeltreffend te reageren. Vaar altijd met lage snelheid in ondiep water of wanneer u de aanwezigheid van objecten onder het wateroppervlak waarschijnlijk acht .

      Sommige onderdelen vermeld in deze handleiding dienen apart aangeschaft te worden. Sommigen zijn alleen verkrijgbaar bij internationale modellen. Dit wordt vermeld.

      SONARWERKING:

      Sonartechnologie is gebaseerd op geluidsgolven. Humminbird gebruikt sonar om de diepte onder uw transducer te bepalen. De Humminbird HDR 650 bestaat uit 2 onderdelen: de hoofdunit en de transducer. De hoofdunit bevat een zender, een ontvanger, bedieningskoppen en een beeldscherm. De transducer wordt net onder het wateroppervlak op de spiegel van uw boot gemonteerd. Deze zet de elektrische signalen om in geluidsgolven, welke naar de bodem worden uitgezonden. De ontvangen weerkaatsing wordt vertaald naar een digitale weergave op uw beeldscherm.

      Sonar is extreem snel. Een geluidsgolf gaat bijv. vanaf het wateroppervlak naar 70 mtr. diepte en terug in minder dan een kwart seconde. Het is daarom zeer onwaarschijnlijk dat u de weerkaatsing a.h.w. voorbij vaart.

      UW HUMMINBIRD HDR 650 BEDIENEN

      SONAR is de afkorting van Sound Navigation Ranging. Sonar gebruikt precisie geluidspulsen oftewel "pings", die het water ingezonden worden in een druppelvormige bundel. De geluidsgolven kaatsen terug van voorwerpen onder water. Deze weerkaatsingen worden ontvangen, omgezet en weergegeven in een digitale dieptemeting op uw LCD scherm.Tijdens het varen worden continu nieuwe weerkaatsingen ontvangen en wordt de dieptemeting ge-update. Het LCDscherm geeft een scherp beeld weer, zelfs in direct zonlicht en de achtergrondverlichting brandt continu voor duidelijke leesbaarheid tijdens de nacht.

      Opmerking  De dieptewerking is afhankelijk van factoren zoals: bodemgestelheid, watercondities en correcte plaatsing van de transducer.

      OVERZICHT HDR 650 UNIT

      Uw aankoop, de Humminbird HDR 650, is eenvoudig te bedienen.

      M.b.v. het toetsenpananeel met 3 bedieningsknoppen kunt u alle menufuncties aan uw voorkeur aanpassen. Hieronder ziet u een afbeelding van het digitale beeldscherm:

      O DIEPTE                                                                                                                               HOR 650

      o ALARMsymbool

      V knop

      O MENU knop

      A knop

      O ONDIEPTE alarmsymbool (geeft aan dat het ondiepte alarm ingesteld is)

      O eenheden

                                                                     O   o

      UW HUMMINBIRD HDR 650 AAN/UITSCHAKELEN

      Aan-/uitschakeling van de HDR 650 is afhankelijk van de stroomvoorziening waarop de HDR 650 is aangesloten. Wordt deze stroomvoorziening ingeschakeld, dan zal de HDR 650 automatisch ook worden ingeschakeld. Wordt de stroomvoorziening uitgeschakeld, dan zal de HDR 650 automatisch ook worden uitgeschakeld.

      MENU-OPTIES INSTELLEN

      1. Selecteer een menu-optie:

      druk herhaaldelijk op de MENU knop totdat u de gewenste menu-optie in beeld ziet.

      1. Menu-optie afstellen:

      druk op de A of V knop om de gewenste instelling te activeren.

      (Tip: houd de A of V knop vast om snel door alle instellingen heen te scrollen.)

      1. Opslaan:

      nadat u de gewenste instelling in beeld heeft, wacht u 5 sec. en de unit zal teruggaan naar de normale werking. Uw instellingen worden automatisch opgeslagen zelfs wanneer u de unit later uitschakelt.

      EENHEDEN / UNITS

      Bij de menu-optie —Eenheden- kunt u de gewenste eenheid selecteren waarin de diepte wordt weergegeven en/of de alarmfuncties op reageren. U kunt kiezen uit:

       Voet

      • Meter
      • Vadem

      1. Druk op de MENU knop totdat u het knipperende Eenhedensymbool rechts in beeld ziet.
        1. Druk op de A of V knop om door de eenheden te scrollen.
        2. Blijf 5 sec. op de gewenste instelling staan en uw unit zal teruggaan naar de normale werking. De instelling wordt automatisch opgeslagen.

      ONDIEPTE ALARM / SHALLOW ALARM

      Dit alarm zal afgaan wanneer de diepte minder is dan de door u ingestelde diepte.

      1. Druk op de MENU knop tot u het knipperende ONDIEPTE alarmsymbool (SHALLOW) op het scherm ziet.
      2. Druk op de A of V knop om de dieptegrens in te stellen:

      Uit (standaard)

       1 —20 voet

       1 — 6 meter

       I —3.2 vadem

      Opmerking De maximale instelling van het ONDIEPTE alarm kan niet hetzelfde of meer zijn dan de huidige instelling bij het DIEPTE alarm.

      1. Blijf 5 sec. op de gewenste instelling staan en uw unit zal teruggaan naar de normale werking. De instelling wordt automatisch opgeslagen en u ziet het ONDIEPTE alarmsymbool rechtsonder op het scherm.
      2. Alarm: wanneer de waterdiepte minder is dan de instelling zal er een alarmtoon klinken en het ONDIEPTE alarmsymbool zal knipperen.

      Alarmtoon uitzetten: druk op een willekeurige knop om de alarmtoon uit te schakelen. Alarm afstellen: druk op de MENU knop en volg instructies bij stap 2 om de alarminstelling te wijzigen.

       

      DIEPTE ALARM / DEEP ALARM

      Dit alarm zal afgaan wanneer de diepte groter is dan de door u ingestelde diepte.

      1. Druk op de MENU knop tot u het knipperende DIEPTE alarmsymbool (DEEP) linksonder op het scherm ziet.
      2. Druk op de A of V knop om de dieptegrens in te stellen:

       Uit (standaard)

      • 20 — 99 voet

       6 — 30 meter

       3.3 — 16 vadem

      Opmerking De minimum instelling van het DIEPTE alarm kan niet hetzelfde of minder zijn dan de huidige instelling bij het ONDIEPTE alarm.

      1. Blijf 5 sec. op de gewenste instelling staan en uw unit zal teruggaan naar de normale werking. De instelling wordt automatisch opgeslagen en u ziet het DIEPTE alarmsymbool rechtsonder op het scherm.
      2. Alarm: wanneer de waterdiepte groter is dan de instelling zal er een alarmtoon klinken en het DIEPTE alarmsymbool (DEEP) zal knipperen.

      Alarmtoon uitzetten: druk op een willekeurige knop om de alarmtoon uit te schakelen. Alarm afstellen: druk op de MENU knop en volg instructies bij stap 2 om de alarminstelling te wijzigen.

      DIEPTECORRECTIE (SET OFFSET)

      Hiermee kunt u instellen of u dieptemeting vanaf de kiel (laagste punt van de boot) of vanaf het wateroppervlak wenst i.p.v. de standaard dieptemeting vanaf de transducer.

      1. Selecteer vanaf de kiel of vanaf het wateroppervlak. Kiel:

      meet de (verticale) afstand tussen de onderzijde van de transducer en de kiel van de boot. Wateroppervlak:

      meet de (verticale) afstand tussen de onderzijde van de transducer en het wateroppervlak.

      1. Druk herhaaldelijk de MENU knop in totdat u "SET OFFSET" ziet knipperen op het scherm.
      2. Vul de gemeten dieptecorrectie als volgt in: Kiel:

      druk op de V knop en vul de het meetresultaat bij stap 1 in met een — ervoor (-1 tot -3 mtr of -1 tot -10 voet of -1 tot -1.6 vadem, Standaard: 0)

       Wateroppervlak:

      druk op de A knop en vul het meetresultaat van stap I in met een + ervoor. (Standaard: O/ +1 tot +3 mtr of +1 tot +10 voet of +1 tot +1.6 vadem)

      1. Blijf 5 sec. op de gewenste instelling staan en uw unit zal teruggaan naar de normale werking. De instelling wordt automatisch opgeslagen en u ziet het DIEPTECORRECTIE/

                      SET OFFSET alarmsymbool op het scherm.                                                                  walnropperdak

       

      ONDERHOUD

      UNIT

      TRANSDUCER

      Uw Humminbird is ontworpen met het doel jarenlang probleemloos te kunnen gebruiken met relatief weinig onderhoud. Wanneer u onderstaande richtlijnen volgt, kunt u ervan op aan dat uw dieptemeter optimaal blijft presteren. Als er zeewater op de Humminbird komt, bevochtig dan een pluisvrije doek met leidingwater en maak goed schoon.

      Gebruik een mild reinigingsmiddel(niet schurend!) om het LCD beeldscherm schoon te maken. Verwijder eerst vuil of vet. Gebruik geen glasreiniger!

      Dit kan barsten veroorzaken.

      Laat de Humminbird nooit in een afgesloten auto/kofferbak of in direct zonlicht liggen. De hoge temperaturen kunnen de elektronica beschadigen. Demontage en/of reparatie dient alleen uitgevoerd te worden door gekwalificeerd personeel, erkend en/of geadviseerd door Technautic b.v. Indien uw boot voor een langere periode in het water blijft liggen, zal de transducer vervuilen en/of aanalgen en de werking zal teruglopen. Reinig daarom regelmatig de onderzijde van de transducer met heet water. Klik de transducer omhoog zodat u het geheel beter kunt inspecteren op vervuiling en er beter bij kunt voor het reinigen.

      Indien uw boot voor een langere periode niet in het water geeft gelegen, kunnen er kleine luchtbelletjes aan de onderzijde van de transducer zitten waardoor deze niet gelijk goed functioneert. Vaak gaat dit vanzelf weg.

      U kunt ook wanneer de boot en transducer weer in het water liggen of :

      -de onderzijde van de transducer met de vingers afvegen of

      -de onderzijde met een pluisvrije doek, bevochtigd met leidingwater, afdoen om de luchtbelletjes weg te halen.

      PROBLEMEN OPLOSSEN

      Lees bij problemen eerst onderstaande goed door voordat u contact opneemt met uw verkooppunt. Staat uw probleem erbij dan kunt u het probleem mogelijk zelf oplossen, zodat u de Humminbird dieptemeter niet hoeft op te sturen voor reparatie.

      1. STROOMPROBLEMEN De Humminbird HDR 650 gaat niet aan

      • Is de stroomkabel correct aangesloten op de (volle) accu? Rood aansluiten op + en zwart op -
      • Zijn de accuklemmen gecorrodeerd? Schoon schuren m.b.v. grof schuurpapier of vervang accu.
      • Is de accuspanning minimaal 10 Volt?
      • Staat er spanning op het zekeringenhouder?
      • Is de zekering kapot? Vervang de zekering

      11. SCHERMPROBLEMEN

      Verscheidene omstandigheden kunnen de beeldkwaliteit van de dieptemeter beïnvloeden.

      Een aantal beeldproblemen worden hieronder beschreven, vergezeld van een mogelijke oplossing.

       

      Probleem:

       

      Oorzaak / Oplossing:

       

      Onduidelijk (vaag) beeld

       

      Ingaande spanning minimaal 10 Volt?

       

      Dieptemetingen niet continu weergegeven

      -4

      Te ondiep water, min. benodigde diepte: 30 cm.

      Dieptemeting verdwijnt tijdelijk

       

      Wanneer u tijdens het varen een (te) scherpe bocht maakt,

       

      tijdens het varen

       

      komt de transducer boven het wateroppervlak uit. De transducer ontvangt dan tijdelijk geen gegevens.

       

      Onscherpe beelden, vaag beeld

      —è

      Accuspanning lager dan 10 Volt? Laad de accu.

       

      Geen gegevens tijdens hoge

      —5

      De transducerhoek moet anders afgesteld worden.

       

      vaarsnelheden

       

      Zie Montage instructies.

      Geen beeld

      —5

      Is de transducerkabel goed aangesloten op de unit?

      Is de transducerkabel beschadigd of gecorrodeerd?

      (indien nodig transducer vervangen)

      TECHNISCHE GEGEVENS

       

      GEGEVENS:

      BIJZONDERHEDEN:

      Die teca aciteit*

      180 mtr.

      Sin leBeam

      S annin svereisten

      10-20 VDC

      Kabellen e 91 cm

      Afgegeven Vermogen

      250 Watt RMS,

      2000 watt Piek-Piek

       

      Stroomverbruik

      60 mA.

       

      Beeldscherm

      LCD

      3,2 cm dia

      Sonarbereik

      - 10 dB

       

      Fre uentie

      200 kHz

       

      Transducer

      XNT 9 20

      kabellen e 6 mtr.

      Waterproof

      IP 67 waterproof tot diepte van I mtr. gedurende 30 min. en stofdicht

      IPX rating

      CE keurmerk

      Ja

       

      * De dieptewerking is afhankelijk van correcte transducerinstallatie, watertype, thermoclines, bodemsamenstellin etc.

       

      35

      1. co)

       

      MONTAGE INSTRUCTIES

      Uw boot is mogelijk uitgerust met een kabelgoot of elektriciteitspijp, die u kunt gebruiken voor het aanleggen van de bedrading. Let er op dat u de kabels niet aanlegt in de nabijheid van VHF- of toerentellerkabels om de kans op storing, elektrische interferentie, te voorkomen. De transducerkabel mag niet worden doorgeknipt en de kabelmantel mag niet beschadigd worden. De standaard meegeleverde, (opklapbare) transducer wordt op de spiegel gemonteerd. Er zijn ook andere montagemogelijkheden, o.a. binnenboord verlijmd of op de trollingmotor. Vraag uw verkooppunt voor meer informatie over deze mogelijkheden.

      Deze montage instructies bestaan uit de volgende onderdelen:

                      VOORBEREIDINGEN

       11           HEADUNIT PLAATSEN

       111         STROOMKABEL AANLEGGEN

       

      TRANSDUCER PLAATSEN

      OP DE SPIEGEL GESCHROEFD

       

      TRANSDUCER PLAATSEN

      BINNENBOORD VERLIJMD

       

      TRANSDUCER PLAATSEN

      OP DE TROLLINGMOTOR

      1. VOORBEREIDINGEN

      Wanneer u uw kantel- en draaibare Humminbird unit in of op een vlak oppervlak, bijv. in console of op dek wenst te plaatsen, volg dan onderstaande richtlijnen.

      I.Materialen

      Leg de volgende materialen klaar:

      • meegeleverde materialen boormachine • verschillende diameters boren
      • dopsleutelset 7/16 0 5,4 cm gatenzaag (indien • veiligheidsbril
      • potlood geen bestaand gat aanwezig is) • stofmasker waterpas lineaal           • 30,5 cm lange loodlijn
      • punttang schroevendraaiers kwalitatieve siliconenkit

      (met kruiskop en vlakke kop) voor maritieme toepassingen • zekering en zekeringenhouder • langzaam uithardende 2 in-lijn (1 Amp.) (alleen bij componenten epoxy (alleen bij aansluiting direct op de accu) transducermontage binnenboord)

      HDR 650

      1. Bevestigingslocatie unit bepalen.

      Bepaal waar u de unit wilt plaatsen. Overweeg meerdere locaties in de console of op het dek van uw boot. Neem onderstaande richtlijnen mee tijdens dit proces.

      • Kan de stroomkabel de afstand tussen beoogde bevestigingslocatie en accu/zekeringenhouder overbruggen? Lees voor het bepalen van de locatie eerst de montage instructies.

      (Verlengkabels zijn te bestellen via uw verkooppunt.)  Kan de transducerkabel de afstand tussen beoogde bevestigingslocatie van de unit en de beoogde bevestigingslocatie van de transducer overbruggen? Lees voor het bepalen van de locatie eerst de montage instructies voor het type transducer dat u heeft.

      (Verlengkabels zijn te bestellen via uw verkooppunt.)  Zorg voor een solide, stevige ondergrond bestand tegen schokken en/of trillingen van golven.

      • Zorg dat het scherm goed zichtbaar/afleesbaar is voor de bestuurder.

       Zorg voor min. 5 cm vrije ruimte rondom de unit voor bewegingsruimte tijdens (de)montage en beluchting/warmte afvoer.

      1. Bevestigingsgat boren

      Wanneer de bevestigingslocatie van de unit bekend is, gaat u onderstaande stappen uitvoeren:

      1. Markeer met een potlood de beoogde bevestigingslocatie.
      2. Boor op deze plaats een gat m.b.v. een kleine O boor.
      3. Boor nu het gat m.b.v. een gatenzaag 0 5,4 cm. U kunt dit ook laten doen. Meer informatie hierover kunt u inwinnen bij uw verkooppunt.

      4. HDR 650 headunit samenstellen

      De HDR 650 wordt geleverd met diverse kleuren achtergrondplaatjes en afwerkringen, zodat u de unit naar eigen voorkeur of overeenkomend met evt. overige meters kunt samenstellen.

      1. Kies de gewenste afwerkring en achtergrondplaat uit.
      2. Verwijder de beschermfolie van de achterzijde van de achtergrondplaat. (Let op dat niets in contact komt met de lijmlaag!)

      Let op!! De achtergrondplaat is aan de achterzijde voorzien van een zeer plakkerige lijmlaag om een blijvende, waterproof verlijming tot stand te brengen. Wanneer u de achtergrondplaat op de unit plaatst, kan deze niet meer verschoven of losgehaald worden voor correctie! ! ! !

      1. Lijn de achtergrondplaat precies uit met de headunit. Plaats nu de achtergrondplaat op de unit en let er op dat:

      -alle knoppen goed bereikbaar en in te drukken zijn en

      -het scherm goed zichtbaar is. (zie afb)

      1. Houd de borgpunten aan de binnenzijde van de afwerkring op gelijke hoogte met de borgpunten op de voorzijde van de HDR 650 headunit. Klik nu de afwerkring op voorzijde van de HDR 650 headunit. (zie afb.)
      2. CO)

      11. HEADUNIT PLAATSEN

      Nadat u het bevestigingsgat geboord heeft (zie 3.) gaat u als volgt verder:

      1. Plaats (de achterzijde van) de HDR 650 door de voorzijde van het bevestigingsgat in de console.
      2. Schuif aan de achterzijde de dichtring er op. Vervolgens draait u handmatig de opsluitring er op en vast totdat de HDR 650 goed vastzit in de console. (zie afb.) Let op dat de achtergrondplaat recht blijft zitten!

      1. HDR 650 zoemer plaatsen

      Bevestig de zoemer aan een nabij gelegen kabel(boom) m.b.v. de meegeleverde tie-wraps.

       111. STROOMKABEL AANLEGGEN

      U gaat nu de HDR 650 aansluiten op een geschikte stroomvoorziening. Een 0.9 mtr lange stroomkabel is meegeleverd. Deze is in te korten ofte verlengen met meeraderige koperkabel. Er zijn ook verlengkabels verkrijgbaar. Neem contact op met uw verkooppunt voor meer informatie.

      Er zijn 2 manieren om de stroomkabel aan te sluiten:

      • op de zekeringenhouder (normaliter bij het consolepaneel)
      • op de accu

      Opmerkingen  Sommige boten hebben een elektrisch systeem van 24 of 36 Volt. De Humminbird dieptemeter MOET aangesloten worden op een 12 Volts stroomvoorziening!! !

                                              Stroomkabel niet aansluiten tijdens aanleggen van de bedrading !!!!

      • Humminbird, Technautic b.v. en de samensteller van deze handleiding zijn niet aansprakelijk voor gevolgen van te hoge ingaande spanning ofte hoge stroomsterkte. U bent zelfverantwoordelijk voor de aanschaf en plaatsing van kwalitatief materiaal, zekeringenhouder en I Amp. zekering.

      Ad. la. Op de zekeringenhouder bij de console

      U gebruikt hierbij een vlakstekkerhuls die op de (vlakstekker)aansluiting van de zekeringenhouder past. Sluit de zwarte draad aan op de — (=aarde) en de rode draad op de + (=12 Volt) Plaats een 1 Amp. zekering (niet  meegeleverd) om de dieptemeter te beschermen.(zie afb.)

      003110)

      Ad. lb. Op de accu

      U gebruikt hierbij een zekering en zekeringenhouder in-lijn (l Amp.) ter bescherming van de dieptemeter. Humminbird en/ofTechnautic b.v. is niet aansprakelijk voor gevolgen van te hoge ingaande spanning ofte hoge stroomsterkte.

       IV. TRANSDUCER PLAATSEN, op DE SPIEGEL GESCHROEFD

      Opmerkingen •          Er zijn veel verschillende rompvormen bv knikspant. In deze handleiding staan algemene montage instructies. U dient de specifieke eigenschappen van de rompvorm van uw boot in acht te nemen voordat u aan de bevestiging begint. Lees eerst de instructies door voordat u begint.

      • Heeft u een (zeil)boot met een inboardmotor, houten- of metalen romp? Vraag eerst advies bij uw verkooppunt betreffende welke transducer voor u de meest optimale resultaten zal leveren.

       Blijkt de meegeleverde transducer niet geschikt dan kunt u deze omruilen mits deze nog nieuw in de verpakking zit. Het is mogelijk dat er sprake is van een prijsverschil en dat u een bedrag dient bij te betalen.

      • Naast de meegeleverde items heeft u een boormachine, verschillende diameters boren, een dopsleutelset, kruiskopschroevendraaier, waterpas, lineaal, 30,5 cm lange loodlijn, stofmasker, veiligheidsbril , potlood en siliconenkit (voor maritieme toepassingen) nodig.
      • Bij polyester rompen, dient u eerst met een kleinere diameter boor te starten om daarna een steeds grotere diameter te gebruiken tot het juiste formaat diameter bereikt is. Hiermee voorkomt u de kans op breuk/scheuren in het ondergrondmateriaal.
      1. Bevestigingslocatie transducer bepalen

      Start met het bepalen van de bevestigingslocatie op de spiegel.

      Neem onderstaande punten mee in dit proces:

      • Tijdens het varen ontstaat er turbulentie door o.a. het gewicht van de boot en stuwkracht van de propeller. Waterturbulentie treedt het meeste op achter spraylatten, platen, klinknagels en bij de propeller. Rechtsdraaiende propellers veroorzaken meer turbulentie aan bakboordzijde. Minimale afstand tussen propeller en transducer is 38 cm. Plaats de transducer daar waar geen of minimale turbulentie optreedt.
      • De beste manier om een turbulentievrije locatie te bepalen, is tijdens het varen de spiegel te bekijken. Dit is met name raadzaam wanneer er sprake zal zijn van hoge vaarsnelheden. Is dit niet mogelijk, zorg dan dat het rompgebied voor de beoogde bevestigingslocatie glad en vlak afgewerkt is zonder enige uitstekende delen of (spray)latten.

       

      klinknagels spiegel                                                                                                    plaatgang romp      knik         spraylat technautic

      33 1521 Worrn.«veer www.technauuc.nI

       

       Op een knikspantromp kunt u de transducer op een knik monteren. Nooit achter een knik plaatsen omdat de transducer mogelijk uit het water komt bij hoge(re) vaarsnelheden. De transducer dient altijd onder water te blijven zodat er een continu sonarsignaal aan de headunit doorgegeven kan worden.

       Wanneer de spiegel achter de propellers zit, kunt u moeilijkheden ondervinden met een turbulentievrije bevestigingslocatie te vinden. Lees de montage instructies van het hfdst. Plaatsing binnenboord en beoordeel of dit model transducer mogelijk een oplossing voor u is.  Gaat u de boot regelmatig op de trailer vervoeren, houd hier dan rekening mee! Plaats de transducer niet te dicht bij de dragers of rollen om de kans op schade tijdens op- en uitladen van uw boot te minimaliseren.

       Wanneer u een goede werking tijdens hoge(re) vaarsnelheden belangrijk vindt, overweeg dan de plaatsing van een transducer binnenboord. Lees de montage instructies van het hfdst. Plaatsing binnenboord en beoordeel of dit model transducer mogelijk een oplossing voor u is.  T.g.v. de hydrodynamische vormgeving van de transducer wordt sprayvorming beperkt en behoeft geen speciale afstelling wat betreft vlaktilling uitgevoerd te worden.

      2.Voorbereidingen plaatsen

      I . Controleer of de boot waterpas op de trailer ligt m.b.v. een waterpas op het dek. Zowel de lijn boeg naar achtersteven als die van stuurboord naar bakboord dient waterpas te zijn.

      1. Bij een rechtsdraaiende propeller, plaats de steun aan stuurboordzijde, bij een linksdraaiende propeller, plaats de steun aan bakboordzijde van de boot.
      2. Houd de steun (waterpas!) op de gekozen locatie op de spiegel. Let er op dat de steun niet over de spiegel uitsteekt! !!
      3. Let op: bij polyester boten moet de afstand tussen rand spiegel en onderzijde steun min. 6 mm zijn. Bij aluminium boten is dit 3 mm. (Houd bij aluminium platbodems rekening met de turbulentievorming door klinknagels, e.d. tijdens hoge vaarsnelheden. Mogelijk dat de min. afstand tussen onderzijde steun en rand spiegel verminderd moet worden.)

      waterpas plaatsen6 mm polyester

      3 mm aluminium

      1. Teken de 2 gaten boven in de sleuf af m.b.v. een potlood. Het 3 e gat nog niet aftekenen!

      4e boorgat

      als 1 e aftekenen 3e boorgat

      1. Boor de 2 gaten m.b.v. een 0 4 mm boor (metaal- of houtboor afhankelijk van rompmateriaal) tot een diepte van 2,5 cm. Let op: houd boor loodrecht op spiegel!
      2. Bij polyester rompen, dient u eerst met een kleinere diameter boor te starten om daarna een steeds grotere diameter te gebruiken tot het juiste formaat diameter bereikt is. Hiermee voorkomt u de kans op breuk/scheuren in het ondergrondmateriaal.

      3. Transducer samenstellen

      1. Leg alle benodigde materialen klaar.

                              nok op positie:                   1                    4                   2                                                                                                              1 4 2 5 3 1

      hoekspiegel: 01 1 31 4 6 1 7 9 110 11 12113 14 15116 17 181 19 21122 2? 24125 29 27128 Z9 30 gemeten afstand: (x) 2.5cm 4.3a•n 5.9cm 7.6crn 9ST1 11 icm 12.%n 14.9cm 16.9cm

      1. U gaat tandwieltjes plaatsen links en rechts op het scharnier(bout opening) aan de bovenzijde van de transducer. Let op: de fijner gekartelde zijde aan de buitenkant houden. U voelt dat het precies in elkaar past. Voordat u dit doet, lees eerst 3.
      2. Als u de juiste spiegelhoek al weet, ziet u op bovenstaande afbeelding welke tandwielpositie u dient in te stellen. De meest gangbare hoek is 140 en hierbij stelt u tandwielpositie 1 in.
      3. Als u de juiste spiegelhoek niet weet, gaat u dit bepalen m.b.v. de loodlijn. Houd de loodlijn aan 1 zijde vast ter hoogte van de bovenzijde van de spiegel. Wacht tot de loodlijn stil hangt. Meet nu 30 cm lager de afstand tussen de spiegel en de loodlijn. Zoek deze afstand op in de afbeelding en stel zo meteen de tandwielen in op de daarbij behorende positie. (bijv. 5,9 cm positie 3)
      4. Plaats de 2 tandwieltjes (fijngekartelde zijde aan de buitenkant) met de nok op de juiste positie, die u net bepaald heeft. Bij positie I vormen de nokken en de richel op het scharnier 1 lijn.

      in positie 1 verschillende tandwelposities           vormen nokken

      1. Houdt dit geheel in 1 hand vast en pak nu de bevestigingssteun. Plaats nu het scharnier van de transducer met de tandwieltjes tussen de 2 gekartelde ringen op de bevestigingssteun. Het geheel klikt nu op zijn plaats.
      2. Duw de meegeleverde bout door de opening heen en draai m.b.v. de inbussleutel de moer aan de andere zijde er enkele slagen op. Nog niet vastzetten!
      3. Plaats het scharnierstuk met de transducer er aan in de bevestigingssteun. (zie afb.) Klik het scharnierstuk met de transducer nog niet vast in de bevestigingssteun! ! ! ! Gebeurt dit wel, dan kunt u m.b.v. een schroevendraaier het scharnierstuk voorzichtig losklikken. (zie afb.)

      bout plaatsen                                                    scharnierstuk in bevestigingssteun      scharnierstuk losklikken plaatsen

      technautic

      35 www.t•chnautic.nl tm

      1. Spuit siliconenkit in de voorgeboorde gaten en plaats vervolgens de bevestigingssteun (met transducer er aan) met de sleuven op de voorgeboorde gaten. Draai het geheel handmatig vast op de spiegel m.b.v. de meegeleverde schroeven. Niet te vast om later, indien nodig, de bevestigingssteun hoger of lager af te stellen.
      2. Klik het scharnierstuk met transducer nu terug in de steun.
      3. Stel de hoek van de transducer als volgt af: pak de transducer vast en kantel deze met beleid omhoog of omlaag totdat de zijnaad van de transducer parallel ligt met de onderzijde van de boot.

      1 klik te hoog afgesteld

      correct afgesteld: naad uitgelijnd met onderrand van de spiegel

      1 klik te laag afgesteld

      1. Stel nu de hoogte als volgt af: ga recht voor het gemonteerde geheel staan. Zorg dat de naad links gelijk ligt met de onderrand van de spiegel en de naad rechts iets lager ligt. Bekijk nu ter controle de transducer nu van de zijkant. Deze dient nu onder een neerwaartse hoek van 4 à 5 0 te staan. Zo niet, pak de transducer vast en plaats deze met beleid onder deze hoek. (zie afb.) transducerhoogte afstellen geheel waterpas afstellen

      naad op 1 lijn met onderrand spiegel

      1. Controleer of de bevestigingssteun nog steeds waterpas is afgesteld. Indien nodig corrigeren.
      2. Teken de contourlijn van de bevestigingssteun af op de spiegel.
      3. b.v. een dop- en/of moersleutel draait u nu de bout en moer in het scharnierpunt handmatig vast. Klik het schamierstuk met transducer met beleid omhoog, draai de schroeven in de bevestigingssteun (handmatig) vast en klik het scharnierstuk met de transducer weer terug op zijn plaats.

      Opmerking                    Nadat de transducerkabel is aangesloten en de werking getest is, wordt het 3e gat geboord!

      4. Transducerkabel aanleggen en aansluiten

      Deze kabel is voor praktische redenen uitgevoerd met een kleine stekker en deze moet van de transducer naar de headunit geleid worden. Dit kan op meerdere manieren. Normaalgesproken leidt men de kabel door de spiegel naar binnen.

      Opmerking                    Is uw boot uitgerust met een kabelgoot, dan kunt u deze gebruiken!

      1. Trek de stekker van de transducerkabel achter uit de headunit en controleer of de kabel de beoogde afstand tussen de transducer en de headunit kan overbruggen.

      Let op  De transducerkabel niet doorknippen, verkorten of de kabelmantel beschadigen. Niet in de nabijheid van VHF radio antennekabels of bekabeling van toerentellers aanleggen om de kans op storing te verkleinen. Indien de transducerkabel te kort blijkt, zijn er verlengkabels verkrijgbaar. Verlengen kan tot 15 mtr.! Meer informatie hierover ? Neem contact op met uw verkooppunt.

             Zorg voor voldoende speling op de kabel zodat het verstellen van de transducer mogelijk blijft. Leidt de kabel naar de zijkant van de transducer, zodat kans op beschadigingen t.g.v. de transducerbewegingen minimaal is.

      2a. Aanleggen over de spiegel: legt u de transducerkabel over de spiegel aan, bevestig deze dan op de spiegel met de kabelklem (meegeleverd). Hiervoor boort u een gat (0 3,5 mm) tot een diepte van 1,6 cm. Ga nu verder bij 5.

      2b. Aanleggen door de spiegel: legt u de transducerkabel door de spiegel heen aan, boor dan boven de waterlijn een gat (0 1,6 cm) en leid de kabel hier geheel doorheen naar binnen. Kit het gat af met speciale siliconenkit voor maritieme toepassingen. Ga snel verder met 3.

      1. Houd het afwerkplaatje precies over het gat en teken de boorgaten af. Houd het plaatje even apart en boor de 2 gaten (0 3.5 mm, diepte 1,6 cm).

      Kit de 2 gaten af, breng het plaatje weer in (dezelfde)positie op de spiegel en schroef handmatig vast met de meegeleverde (kruiskop)schroeven.

      1. Plaats aan de binnenzijde van de spiegel een kabelklem door een gat te boren (0 3.5 mm, diepte 1,6 cm). Vul het gat met siliconenkit en schroef de kabelklem met de kabel ertussen handmatig vast met de meegeleverde (kruiskop)schroef.

      U kunt de transducerkabel op verschillende plaatsen in de boot tot aan de headunit vastzetten met kabelklemmen of gebruik maken van een kabelgoot indien uw boot hiermee uitgerust is.

      Opmerking Is de kabel te lang, breng dan het teveel aan lengte samen naar 1 punt en Iaat deze als een lus uit de kabelgoot komen. Pak de kabels dubbel en rol deze op als een spiraal om interferentie te voorkomen

      1. Stop de stekker van de transducerkabel terug in de juiste aansluiting in de HDR 650.

      5. Testen en definitief vastzetten van de transducer

      1. Na de plaatsing van de headunit, de transducer en de bijbehorende bekabeling is het nu tijd om alles te testen voordat de transducer definitief vastgezet wordt. Het testen dient uitgevoerd te worden met uw boot in het water!
      2. Zet de stroomvoorziening aan of start de motor van uw boot. De HDR 650 gaat nu automatisch aan.. Zo niet, controleer of :

      -de accu voldoende geladen is

      -of de stekker van de stroomkabel goed (niet verkeerd om) in het inzetstuk geduwd is -of deze kabel wel goed op de (volle) accu is aangesloten! !

       

       

      1. Wanneer bovenstaan punten goed uitgevoerd zijn, zal uw dieptemeter nu normaal opstarten.
      2. Wanneer u een dieptemeting te zien krijgt, werkt uw dieptemeter naar behoren. Let er op dat de diepte minimaal 60 cm moet zijn en het maximale dieptebereik van uw specifieke model niet overschreden wordt!

      Opmerking                      De transducer dient onder water te liggen voor een correcte werking! !

      1. Is de werking goed, voer dan de vaarsnelheid geleidelijk op om de werking te testen tijdens hoge(re) vaarsnelheden te testen. Is de werking bij lage(re) snelheden in orde, maar wordt bij hoge(re) vaarsnelheden delen van de bodem overgeslagen, dan moet u de transducer bijgesteld worden.
      2. Wanneer de transducer onder de juiste hoek staat afgesteld, maar de unit slaat toch delen van de bodem over bij hoge(re) vaarsnelheden, doe als volgt:

      start met de hoogte van de transducer bij te stellen. Laat deze iets zakken, zodat de transducer dieper in het water ligt. Indien dit niet volstaat, past u de hoek van de transducer enigszins aan.

      1. Indien u niet het gewenste resultaat krijgt, haal de transducer uit de bevestigingssteun en wijzig de stand van de tandwieltjes. Test opnieuw totdat u de correcte transducerhoogte enhoek heeft bereikt, die u een optimaal beeld oplevert.

      Opmerkingen • De transducer ook niet te laag monteren, dit kan bij hoge(re) vaarsnelheden sprayvorming veroorzaken!

      Monteer de transducer zo hoog mogelijk.

           Het is vaak nodig de transducer geleidelijk met minimale aanpassingen afte stellen om zo de optimale transducerwerking te verkrijgen.

       T.g.v. de grote diversiteit in rompvormen is een dieptemeting bij hoge(re) vaarsnelheden niet altijd te realiseren.

      1. Wanneer u een constant sonarsignaal ontvangt tijdens de gewenste vaarsnelheid, gaat u deze transducerstand definitief vastzetten als volgt:
        1. Klik het scharnierstuk met de transducer omhoog zonder dat de bevestigingssteun verschuift.
        2. Controleer of de steun precies op de afgetekende contourlijn bij:

      "lv. TRANSDUCER PLAATSEN, OP DE SPIEGEL

      GESCHROEFD/ 3. Transducer samenstellen/ 13.Teken de contourlijn van de bevestigingssteun af op de spiegel" geplaatst is.

      1. Controleer of deze positie waterpas is.
      2. Teken het 3e boorgat af.*
      3. Schroefde steun los en leg het geheel apart.
      4. Boor het 3e gat (0 3,5 mm) en vul alle boorgaten met siliconenkit (voor maritieme toepassingen)
      5. Plaats de steun terug op de afgetekende contourlijn en schroef deze handmatig vast met de 3 meegeleverde (kruiskop)schroeven.
      6. Klik het scharnierstuk met transducer met beleid terug op zijn plaats.

      Opmerking • * Bij polyester rompen, dient u eerst met een kleinere diameter boorte starten om daarna een steeds grotere diameter te gebruiken tot het juiste formaat diameter bereikt is. Hiermee voorkomt u de kans op breuk/scheuren in het ondergrondmateriaal.

      6. Scharnierfunctie transducer vastzetten (optioneel)

      U heeft de mogelijkheid om het scharnierstuk vast te zetten zodat de opklapfunctie, welke als een stootbeveiliging bij impact met een object fungeert, vervalt. Uw transducer kan dus bij een botsing met een object onder water niet meer omhoog wegklikken en beschadigen! !

      4e boorgat aftekenen en boren

                                                                                                                          schl

      1. Klik het scharnierstuk met de transducer omhoog zonder dat de bevestigingssteun verschuift.
      2. Teken de contour van de bevestigingssteun af op de spiegel.
      3. Controleer of deze positie waterpas is.
      4. Teken het 4e boorgat af. *
      5. Schroef de steun los en leg het geheel apart.
      6. Boor het 4e gat (0 3,5 mm) en vul alle boorgaten met siliconenkit (voor maritieme toepassingen)
      7. Plaats de steun op dezelfde positie terug op de afgetekende contourlijn en draai de bovenste 3 (kruiskop)schroeven handmatig in.
      8. Klik het scharnierstuk met transducer met beleid terug op zijn plaats.
      9. Draai nu handmatig de 4e schroef in het onderste schroefgat in. De scharnierwerking is nu geblokkeerd.

      Opmerking * Bij polyester rompen, dient u eerst met een kleinere diameter boor te starten om daarna een steeds grotere diameter te gebruiken tot het juiste formaat diameter bereikt is. Hiermee voorkomt u de kans op breuk/scheuren in het ondergrondmateriaal.

      V. TRANSDUCER PLAATSEN, BINNENBOORD VERLIJMD

      Het verlijmen van de transducer aan de binnenzijde van de romp geeft doorgaans goede resultaten in enkelwandige polyesterboten. Humminbird kan geen optimale prestaties garanderen betreffende de dieptewerking bij gebruik van een verlijmde transducer binnenboord. Dit omdat toch sprake is van enig signaalverlies. In welke mate is afhankelijk van constructie en materiaal(dikte) van de romp, transducerlocatie en signaalverwerking.

      Opmerkingen • Zorg voor een correct gemonteerde en goed functionerende Humminbird headunit aan boord voor u de transducer gaat plaatsen.

      Let op Voor plaatsing binnenboord heeft u langzaam uithardende 2 componenten epoxy nodig. Siliconenkit of andere verlijmingsproducten zijn niet geschikt! Deze hebben een nadelige invloed op de werking van de dieptemeter. Ook in 5 minuten uithardende epoxy is niet geschikt! Tijdens het snelle uithardingsproces zijn niet alle luchtbellen uit de lijm verdwenen, waardoor het sonarsignaal moeizamer  doorgegeven kan worden. Dit resulteert in een verminderde kwaliteit van de sonarwerking.

      Dit hoofdstuk bestaat uit 4 paragrafen:

      1. Bevestigingslocatie bepalen
      2. Testen
      3. Transducerkabel aanleggen en aansluiten
      4. Bevestiging definitief afronden
      5. Bevestigingslocatie bepalen

      Om de beste locatie te bepalen neemt u onderstaande punten in acht:

       Observeer de romp aan de buitenkant en stel vast waar turbulentie niet/weinig voorkomt.

      Locaties met spraylatten, platen, klinknagels en nabij de propeller zijn niet geschikt.

       Bij transducerplaatsing binnenboord in boten met hoge(re) vaarsnelheden dient deze verder naar achter en zo dicht mogelijk bij de middellijn bevestigd te worden. Tijdens snel varen komen boeg en zijflanken uit het water, dit verstoort de overdracht van het sonarsignaal. De transducerlocatie dient te allen tijde in het water te blijven.

       

                 Klinknagels spiegel plaatgang romp                                                                                 knik                              spraylat

      2.Testen

       

      Wanneer de transducer eenmaal verlijmd is, is bijstellen onmogelijk. Daarom gaan we eerst testen of de gekozen bevestigingslocatie geschikt is door te varen met verschillende snelheden.

      1. Stop de stekker van de transducerkabel in de juiste aansluiting achter op de headunit en zet de headunit aan. Wanneer de headunit een correct werkende transducer waarneemt, zal de dieptemeter normaal opstarten.
      2. 1--loud de transducer ( recht houden) langszij in het water boven een vlakke bodem, die u goed kent. Bekijk het scherm grondig zodat u weet hoe een kwalitatief correct beeld er uit ziet. Bij de volgende stappen kunt u dit beeld als vergelijkingsmateriaal gebruiken.
      3. Leg nu de transducer met de onderzijde op de gekozen bevestigingslocatie in de romp. Zorg dat de punt naar de boeg wijst en dat u boven hetzelfde stuk bodem blijft drijven. Plaats een zwaar voorwerp op de transducer.
      4. Vul de romp met water tot de transducer net onder staat.. De transducer kan niet door lucht zenden en water vult alle luchtruimtes tussen transducer en romp, ook de evt. oneffenheden in het polyesteroppervlak.
      5. Bekijk nu het sonarbeeld op uw beeldscherm en vergelijk dit met wat u heeft gezien bij 2. Als u hetzelfde resultaat verkrijgt wat u bij 2. heeft gezien, dan gaat u verder met 6. Zo niet, verplaats de transducer en loop 2 t/m 5 nog een keer door. Doe dit tot u de kwaliteit van het sonarbeeld gezien bij 2 bereikt.
      6. Vaar met verschillende snelheden en in verschillende dieptes terwijl u het scherm observeert. Wanneer het functioneren van de dieptemeter (dieptemeting) op specifieke dieptes belangrijk is, test de transducerwerking dan uit op die gewenste dieptes. Is de werking in orde, ga dan verder met 7. Zo niet, herhaal 3 t/m 6 met een andere bevestigingslocatie.
      7. Wanneer u de beste bevestigingslocatie bepaald heeft, teken de contour van de transducer af op de romp.

      3.Transducerkabel aanleggen en aansluiten

      Leid de transducerkabel naar de locatie van de headunit. Mogelijk kunt u gebruik maken van een bestaande kabelgoot. Zo niet, dan kunt u ook de kabel hier en daar vastzetten met kabelklemmen.

      Let op De transducerkabel niet doorknippen, verkorten of de kabelmantel beschadigen. Niet in de nabijheid van VHF radio antennekabels of bekabeling van toerentellers aanleggen om de kans op storing te verkleinen. Indien de transducerkabel te kort blijkt, zijn er verlengkabels verkrijgbaar. Verlengen kan tot 15 mtr. ! Meer informatie hierover ? Neem contact op met uw verkooppunt.

      1. Bevestiging definitief afronden

      Let op! Wanneer de transducer verlijmd is, kan deze niet meer anders afgesteld worden.

      1. Trek de stekker van de transducerkabel achter uit de headunit.
      2. Is de contour van de transducer op de gekozen locatie goed afgetekend?
      3. Haal het water uit de romp en maak het oppervlak van de bevestigingslocatie grondig droog.
      4. Zorg dat het oppervlak goed glad is. Indien nodig schuren.
      5. Meng de 2 componenten epoxy door elkaar door langzaam en grondig te roeren. Zorg dat u
      6. Breng een laag epoxy aan op de onderzijde van de transducer en de bevestigingslocatie in de romp (zie afb.)
      7. Duw de transducer precies op de bevestigingslocatie met een licht draaiende beweging zodat resterende luchtbellen in het mengsel er uit gedrukt worden. (punt naar de boeg gericht!)
      8. Plaats een zwaar voorwerp op de transducer, zodat deze niet verschuift tijdens het uitharden.
      9. Na het uitharden, duwt u de stekker van de transducerkabel terug in de correcte aansluiting achter op de headunit.
      10. Uw dieptemeter is nu klaar voor gebruik. Humminbird wenst u veel plezier van de HDR 650!
       
        


      Opmerkingen              Tijdens het uitharden is er geen water in de romp nodig.

                                         Gelekt water, benzine of olie hebben geen invloed op de werking van de transducer.

      Wilt u meerdere headunits op I transducer laten werken? Dat kan!

      Humminbird heeft voor dit doel wisselschakelaars in het assortiment.

       Vl. TRANSDUCER PLAATSEN, OP DE TROLLINGMOTOR

      Er zijn meerdere types transducers welke op de trollingmotor bevestigd kunnen worden m.b.v. een klem. Wanneer u dit type heeft, lees dan de meegeleverde montage instructies door voor de correcte werkwijze. Wanneer u geen trollingmotortransducer heeft, maar deze wel wilt, kunt u:

      • Een trollingmotor adapterset aanschaffen, waarmee u alsnog de transducer aan uw trollingmotor kunt bevestigen.
      • De nieuwe- en niet samengestelde transducer met alle bevestigingsmaterialen omruilen voor een trollingmotortransducer mits deze in de onbeschadigde, originele verpakking zit. Het is mogelijk dat er sprake is van een prijsverschil en dat u een bedrag dient bij te betalen.

      Opmerking               Wilt u meerdere headunits op I transducer laten werken? Dat kan!

      Humminbird heeft voor dit doel wisselschakelaars in het assortiment.

       

      LET OP!

      Humminbird, Technautic b.v. èn de samensteller van deze handleiding stellen zich niet aansprakelijk voor (in)directe gevolgen a.g.v. vertaal-, drukfouten en/ofincorrecte interpretatie hiervan.

      Ook lichamelijk en/ofgeestelijk letsel, schade aan uw boot e.d. veroorzaakt door het (niet correct) (de)monteren, plaatsen en/ of gebruiken van deze Humminbird unit valt buiten de aansprakelijkheid van eerdergenoemde bedrijven, diens eigenaren, aandeelhouders en/of alle overige personen aldaar in dienst.

      VERKLARING

      Hierbij verklaart Humminbird dat het model HDR 650 voldoet aan de gestelde normen van de CE richtlijnen.

      Tips en tricks voor je boot

      Recente artikelen